JEAN BILQUIN
Jean Bilquin kreeg een opleiding als graficus en studeerde tevens aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten te Gent. Thans woont en werkt hij te Drongen (Gent). Van 1979 tot 2002 was hij docent schilderkunst aan de Gentse Academie.
In 1999 werd er een grote overzichtstentoonstelling gehouden van zijn werk in het voormalig Provinciaal Museum voor Moderne Kunst te Oostende. De schitterende monografie bevatte teksten van de hoofdconservator Willy Van den Bussche, van de professoren Willem Elias (VUB) en Freddy Decreus (Universiteit Gent) en van Katrien Noblesse. Een grote solotentoonstelling vond plaats in het gerestaureerde Caermersklooster te Gent in 2003. In de catalogus een academische benadering door de professoren Karel Boullart (Universiteit Gent) en Freddy Decreus en een kunsthistorische analyse door Marc Ruyters. In 2006 was er een opgemerkte deelname aan Beaufort, te Zeebrugge, met een indrukwekkende grote sculptuur “De man die de boot zag, in de lucht”.
In 2008 werd die reeks merkwaardige exposities aangevuld met een nieuwe overzichtstentoonstelling in de Kunsthal Sint-Pietersabdij in Gent. Het boek dat daarbij verscheen, bevatte teksten van Willy Van den Bussche en van de professoren Willem Elias en Peter De Graeve (Universiteit Antwerpen). Deze expositie was opgesteld rond acht grote thema’s in het werk van Jean Bilquin: de boot, mens en dier, Sisyphus of de last, Orfeus, de benadering, het paradijs en de hemel, moeder en kind en ten slotte de stap.
Een aandachtige lectuur van de essays die over de kunstenaar verschenen zijn, bewijst een veelvoudige interpretatiemogelijkheid, een meerduidigheid die aansluit bij wat Umberto Eco “Het Open Kunstwerk” heeft genoemd. Sommige auteurs verwijzen naar de alchemie, doelend vooral op het zeer persoonlijk gebruik van kleurpigmenten, anderen spreken over de kosmos, over begrippen uit de mythologie. Kunsthistorici hebben hem gesitueerd tegenover de Italiaanse kunst in het algemeen en de Transavanguardia in het bijzonder. Het is duidelijk dat alle verwijzingen overhellen naar de orde van de geest, de contemplatie, de dynamiek. Jean Bilquin wordt als een artistieke nomade beschreven: rusteloos en gedreven. Men kan hem, vrij naar de Franse filosoof Gilles Deleuze, als een nomadisch kunstenaar betitelen.
Deze kunstenaar werkt inderdaad met een open geest. Hij wil met zijn werk geen afstanden scheppen. Het werk van Jean Bilquin wekt een volkomen gevoel voor harmonie op, waarbij natuur en kosmos het uitgangspunt vormen en de maatstaf leveren. Jean Bilquin is als beeldend kunstenaar geen “l’art pour l’art”-figuur. Met liefde gaat hij om met acrylverf, pigment en bindmiddel op doek, met inkt, potlood, houtskool en pastel op papier, en concipieert hij zijn beelden in plaaster voor transformatie in brons. Hij schildert, tekent en beeldhouwt over eigen emoties. Hij zet energie om in materie.
In zijn recente periode worden de figuren gereduceerd tot slanke silhouetten in een bijna lege spirituele ruimte. De kunstenaar probeert het werk een metafysische sensatie mee te geven. Bovendien is het opvallend dat de jongste jaren het tweedimensionale van het doek of het papier wordt aangevuld door een reeks prachtige beelden of installaties in plaaster, beton of brons. Maar steeds zal Jean Bilquin zijn figuren situeren tussen uitersten: hemel en aarde, leven en dood, innerlijk en uiterlijk.
Ernest Van Buynder,
M HKA Pro-voorzitter
Museum van Hedendaagse Kunst Antwerp
September 2009
JEAN BILQUIN
Jean Bilquin kreeg een opleiding als graficus en studeerde tevens aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten te Gent. Thans woont en werkt hij te Drongen (Gent). Van 1979 tot 2002 was hij docent schilderkunst aan de Gentse Academie.
In 1999 werd er een grote overzichtstentoonstelling gehouden van zijn werk in het voormalig Provinciaal Museum voor Moderne Kunst te Oostende. De schitterende monografie bevatte teksten van de hoofdconservator Willy Van den Bussche, van de professoren Willem Elias (VUB) en Freddy Decreus (Universiteit Gent) en van Katrien Noblesse. Een grote solotentoonstelling vond plaats in het gerestaureerde Caermersklooster te Gent in 2003. In de catalogus een academische benadering door de professoren Karel Boullart (Universiteit Gent) en Freddy Decreus en een kunsthistorische analyse door Marc Ruyters. In 2006 was er een opgemerkte deelname aan Beaufort, te Zeebrugge, met een indrukwekkende grote sculptuur “De man die de boot zag, in de lucht”.
In 2008 werd die reeks merkwaardige exposities aangevuld met een nieuwe overzichtstentoonstelling in de Kunsthal Sint-Pietersabdij in Gent. Het boek dat daarbij verscheen, bevatte teksten van Willy Van den Bussche en van de professoren Willem Elias en Peter De Graeve (Universiteit Antwerpen). Deze expositie was opgesteld rond acht grote thema’s in het werk van Jean Bilquin: de boot, mens en dier, Sisyphus of de last, Orfeus, de benadering, het paradijs en de hemel, moeder en kind en ten slotte de stap.
Een aandachtige lectuur van de essays die over de kunstenaar verschenen zijn, bewijst een veelvoudige interpretatiemogelijkheid, een meerduidigheid die aansluit bij wat Umberto Eco “Het Open Kunstwerk” heeft genoemd. Sommige auteurs verwijzen naar de alchemie, doelend vooral op het zeer persoonlijk gebruik van kleurpigmenten, anderen spreken over de kosmos, over begrippen uit de mythologie. Kunsthistorici hebben hem gesitueerd tegenover de Italiaanse kunst in het algemeen en de Transavanguardia in het bijzonder. Het is duidelijk dat alle verwijzingen overhellen naar de orde van de geest, de contemplatie, de dynamiek. Jean Bilquin wordt als een artistieke nomade beschreven: rusteloos en gedreven. Men kan hem, vrij naar de Franse filosoof Gilles Deleuze, als een nomadisch kunstenaar betitelen.
Deze kunstenaar werkt inderdaad met een open geest. Hij wil met zijn werk geen afstanden scheppen. Het werk van Jean Bilquin wekt een volkomen gevoel voor harmonie op, waarbij natuur en kosmos het uitgangspunt vormen en de maatstaf leveren. Jean Bilquin is als beeldend kunstenaar geen “l’art pour l’art”-figuur. Met liefde gaat hij om met acrylverf, pigment en bindmiddel op doek, met inkt, potlood, houtskool en pastel op papier, en concipieert hij zijn beelden in plaaster voor transformatie in brons. Hij schildert, tekent en beeldhouwt over eigen emoties. Hij zet energie om in materie.
In zijn recente periode worden de figuren gereduceerd tot slanke silhouetten in een bijna lege spirituele ruimte. De kunstenaar probeert het werk een metafysische sensatie mee te geven. Bovendien is het opvallend dat de jongste jaren het tweedimensionale van het doek of het papier wordt aangevuld door een reeks prachtige beelden of installaties in plaaster, beton of brons. Maar steeds zal Jean Bilquin zijn figuren situeren tussen uitersten: hemel en aarde, leven en dood, innerlijk en uiterlijk.
Ernest Van Buynder
M HKA Pro-voorzitter
Museum van Hedendaagse Kunst Antwerp
September 2009